CO GB 21 – 12 MEI 2022 – De definitieve vaststelling van het recht op een sociale toeslag

CO GB 21

Betreft: De definitieve vaststelling van het recht op een sociale toeslag

Geachte mevrouw,
Geachte heer,

Met deze omzendbrief worden de administratieve onderrichtingen gegeven voor de vaststelling van het recht op een sociale toeslag op de kinderbijslag voor het jaar 2020.

1. STANDAARDPROCEDURE

Voor de gezinnen die gedurende het volledige inkomstenjaar x in België woonden, wordt het recht op een sociale toeslag op de kinderbijslag voor inkomstenjaar x definitief vastgesteld in het jaar x+2 na controle van de fiscale gegevens over het gezinsinkomen die worden ter beschikking gesteld door de FOD Financiën (de authentieke bron). Van alle gezinnen, ongeacht zij een provisionele sociale toeslag hebben ontvangen of niet, dienen de fiscale gegevens te worden opgevraagd.

Voor de uitwisseling van de fiscale gegevens werden 2 elektronische berichten ontwikkeld:

• Het bericht T013 waarmee de kinderbijslaginstellingen de fiscale gegevens dienen op te vragen
• Het bericht T014 waarmee Iriscare de fiscale gegevens aan de kinderbijslaginstellingen zal meedelen.

1.1. AANVRAAG VAN DE FISCALE GEGEVENS: FLUX T013

De gegevensopvraging gebeurt steeds met één opvraging T013 per dossier voor alle gezinssamenstellingen die zich voordeden in het gecontroleerde inkomstenjaar (te reconstrueren op basis van de historiek).

In de flux T013 moeten per gezinssamenstelling ('FiscalHouseHold' )2 velden worden ingevuld:

• Zone 'Beneficiary '(verplicht): INSZ nummer van de bijslagtrekkende
• Zone 'Fiscal partners': INSZ nummer(s) van de gezinsleden van wie het inkomen ook in aanmerking wordt genomen. Als de bijslagtrekkende alleenstaand is blijft de zone leeg, indien hij/zij samenwoont bevat deze zone één of meerdere INSZ-nummers naargelang het aantal gezinsleden.

Voorbeeld: Bijslagtrekkende A woont samen met B van 10/10/2019 tot en met 31/3/2020. A woont opnieuw alleen vanaf 1/4/2020 en vanaf 15/4/2020 komt C in het gezin. Op 1/9/2020 komt ook D in het gezin. Op 25/11/2020 woont A opnieuw alleen. Voor het inkomensonderzoek van 2020 moeten 4 gezinssamenstellingen in het T013 bericht opgenomen worden, namelijk:

Aandachtspunt:
Om de gegevens m.b.t. het inkomstenjaar te kunnen consulteren moeten alle personen van wie het inkomen opgevraagd wordt, geïntegreerd zijn in het kadaster gedurende minimaal 1 dag in het desbetreffende inkomstenjaar, ofwel als bijslagtrekkende of als vierde actor.

Lijst van mogelijke foutcodes in de T013 berichten:

1.2. ANTWOORD MET DE MEDEDELING VAN DE FISCALE GEGEVENS: FLUX T014

Voor elk dossier waarvoor een T013 bericht werd verstuurd, ontvangt men een bericht T014. Daarin wordt per bevraagde gezinssamenstelling (' FiscalHouseHold') het volgende weergegeven:

• Ligt het gezinsinkomen strikt lager dan plafond 1 : JA/ NEEN
• Ligt het gezinsinkomen strikt lager dan plafond 2: JA/NEEN

Indien in de loop van het gecontroleerde inkomstenjaar de inkomensgrenzen werden gewijzigd (bv. ingevolge een indexering van de plafonds) dan worden de antwoorden tevens opgedeeld in periodes.

Indien voor een actor in het dossier geen elektronische fiscale gegevens beschikbaar zijn, dan blijft de gezinssituatie waarvan deze actor deel uitmaakt onbeantwoord, maar de gezinssituaties waarvoor alle gegevens wel beschikbaar zijn worden wel beantwoord in het T014-bericht.

Bv. de bijslagtrekkende is gedurende het inkomstenjaar zowel een periode alleenstaand als samenwonend met een partner. Van de partner zijn geen fiscale gegevens beschikbaar. Het T014 bericht bevat bijgevolg enkel een antwoord voor de eenoudersituatie en niet voor de duo-gezinssituatie.

Voor de gezinssituaties die onbeantwoord bleven, dient een nieuwe opvraging te gebeuren of moet desgevallend worden overgestapt op de procedure per formulier (cf. infra)

Lijst van mogelijke foutcodes in de T014 berichten:

1.3. TIJDSCHEMA VOOR DE OPVRAGING EN VERWERKING VAN DE GEGEVENS

Voor het T013-bericht zijn 2 scenario's mogelijk:

• Bulk opvraging: algemene bevraging.
• Ad hoc opvraging: opvraging voor individuele gevallen.

Voor de opvraging van de inkomensgegevens voor 2020 werd de volgende timing vastgelegd.

De eerste bulkopvraging is facultatief. De kinderbijslaginstellingen kunnen ervoor opteren om van deze zending geen gebruik te maken.

De tweede bulkopvraging is verplicht. Uiterlijk met deze zending dienen de kinderbijslaginstellingen een bevraging te doen voor alle dossiers waarvoor zij de fiscale gegevens voor het inkomstenjaar nodig hebben. De FOD Financiën heeft bevestigd dat einde juni van het jaar x+2 de fiscale gegevens voor het jaar x voor nagenoeg alle personen beschikbaar zijn. De kinderbijslaginstellingen kunnen de opvraging niet naar eigen voorkeur spreiden over de verschillende bulkopvragingen.

Bij ontvangst van een T014-bericht met de vermelding dat gegevens nog niet beschikbaar zijn (zie punt 1.5: afhandeling van dossiers met ontbrekende gegevens), dient de kinderbijslaginstelling zelf het initiatief te nemen om voor deze overblijvende dossiers een nieuwe opvraging te doen in de volgende bulkopvraging (nieuwe T013).

Indien er na de 4e bulkopvraging nog steeds geen fiscale gegevens worden meegedeeld, vraagt de kinderbijslaginstelling de inkomensgegevens voor die dossiers op met een formulier P19Fisc. De definitieve vaststelling van het recht op de toeslag gebeurt dan op basis van het formulier (zie punt 1.5)

Aandachtspunten

• Er mag pas op een ad hoc opvraging worden overgeschakeld na de verwerking van de gegevens van de 2de bulkopvraging. Deze opvraging is bedoeld voor individuele anomalieën en rechtzettingen. Bv. als uit een ander onderzoek blijkt dat de historiek niet correct is (vermoeden van feitelijk gezin wordt weerlegd of tijdens de controle aan huis wordt een feitelijk gezin vastgesteld).
• De T013 en T014-berichten worden niet gebufferd in Trivia.

1.4. VERWERKING VAN DE FISCALE GEGEVENS

De ontvangen T014-berichten die de fiscale gegevens bevatten, worden binnen 4 maanden afgehandeld. Als ontvangstdatum geldt de procesdatum in het T014-bericht + 7 kalenderdagen.

De T014-berichten bevatten enkel de gegevens over het inkomen. Bij de verwerking van de gegevens voor de vaststelling van het recht op een sociale toeslag moet eveneens rekening gehouden worden met de andere gegevens en toekenningsregels die impact hebben op het recht op toeslag zoals de toepassing van art. 28 bij het inkomensonderzoek .Voor sociale toeslagen toegekend in toepassing van de overgangsmaatregelen van art 39 van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van de gezinsbijslag dient tevens rekening gehouden worden met de trimestrialisering van het recht op de sociale toeslag

1.4.1. DE TOEPASSING VAN ART. 28 BIJ DE VASTSTELLING VAN HET RECHT OP EEN SOCIALE TOESLAG

Pro memorie: voor de toekenning van een sociale toeslag wordt steeds het (gezamenlijk) jaarlijks gezinsinkomen in aanmerking genomen van het betreffende kalenderjaar waarin de betreffende maand zich situeert. Het feit dat het jaarlijks gezinsinkomen van een nieuw kalenderjaar verschilt van het voorgaande, wordt bijgevolg niet beschouwd als een gebeurtenis in de zin van artikel 28, vierde lid van de toekenningsordonnantie.

Bv.: de bijslagtrekkende had geen recht op een sociale toeslag voor inkomensjaar 2019. Het gezinsinkomen voor 2020 ligt onder plafond 2, waardoor de sociale toeslag voor gemiddelde inkomens kan worden toegekend vanaf januari 2020 (geen vertragingseffect).

Bij de gebeurtenis van een wijziging van het gezinsinkomen ten gevolge van een gewijzigde gezinssituatie (bv. het begin of einde van een eenoudersituatie) wordt het vertragingsmechanisme van artikel 28, vierde lid van de ordonnantie, wel consequent toegepast. Elke wijziging van de gezinssamenstelling heeft in toepassing van art. 28 slechts uitwerking vanaf de volgende maand (ook als de gewijzigde gezinssituatie aanvangt op de eerste dag van de maand). Als de gezinssamenstelling meermaals wijzigt in de loop van eenzelfde maand, wordt enkel rekening gehouden met de laatste gezinssituatie. Het inkomensonderzoek voor een welbepaalde maand gebeurt m.a.w. op basis van de gezinssamenstelling op de laatste dag van de voorgaande maand.

Bv.: de vaststelling voor het recht op een sociale toeslag voor de maand januari 2020 gebeurt op basis van het onderzoek van het inkomen van de bijslagtrekkende en desgevallend dit van de echtgenoot en/of de personen waarmee hij/zij op 31/12/2019 een feitelijk gezin vormt.

1.4.2. SCENARIO'S ZONDER REGULARISATIE

In volgende situaties is de provisionele beslissing in overeenstemming met de ontvangen gegevens van de fiscale flux:

• Er werd basisbijslag in toepassing van art 39 of art 7 betaald en het inkomen ligt boven plafond 2
• De sociale toeslag voor lage inkomens art 9,1° of een sociale toeslag in toepassing van art 39 werd betaald en het inkomen ligt onder plafond 1
• De sociale toeslag voor gemiddelde inkomens art 9,2° werd betaald en het inkomen ligt onder plafond 2

In gevolge de ontvangst van de fiscale flux kunnen de betalingen voor het gecontroleerde inkomstenjaar gevalideerd worden. Er moet geen motivering worden gestuurd aan het gezin.

Er is geen impact op de actuele provisionele beslissing.

1.4.3.TERUGVORDERING VAN TEN ONRECHTE BETAALDE TOESLAGEN

1.4.3.1 Scenario's die een terugvordering vereisen

In volgende situaties wordt de provisionele beslissing niet bevestigd door de gegevens van de fiscale flux en werd er ten onrechte een (te hoge) sociale toeslag betaald.

Scenario 1: Er werd een sociale toeslag betaald in toepassing van art . 39 en het gezinsinkomen ligt boven plafond 1 maar onder plafond 2

• Er is geen recht op de toeslagbedragen toegekend in toepassing van art 39. Dit betekent dat vanaf de maand april van het gecontroleerde jaar(= na het getrimestrialiseerde recht van de sociale toeslag toegekend op basis van het voorgaande inkomensjaar) een herziening van de betalingen moet gebeuren. Naargelang de situatie worden de betalingen geregulariseerd naar hetzij
  • de sociale toeslag voor gemiddelde inkomens (art. 9,2°)
  • de basiskinderbijslag in toepassing van art. 39
  • de basisbijslag art 7 van het nieuw systeem
• Er moet een terugvordering worden opgemaakt van de ten onrechte ontvangen bedragen in het gecontroleerde jaar (terugvordering van het verschil tussen schaal art 39 met sociale toeslag en hetzij de basisschaal art 39, hetzij de basisschaal art 7 of toeslag voor gemiddelde inkomens art. 9,2°). Deze beslissing wordt gemotiveerd aan het gezin met de motiveringsbrief FISC-Regul_NEGATIEF.

Scenario 2: Er werd een sociale toeslag betaald in toepassing van art . 39 en het gezinsinkomen ligt boven plafond 2

• Er is geen recht op de toeslagbedragen toegekend in toepassing van art 39. Dit betekent dat vanaf de maand april van het gecontroleerde jaar (= na het getrimestrialiseerde recht van de sociale toeslag toegekend op basis van het voorgaande inkomensjaar)een herziening van de betalingen moet gebeuren. Naargelang de situatie worden de betalingen geregulariseerd naar hetzij
  • de basiskinderbijslag in toepassing van art. 39
  • de basisbijslag art 7 van het nieuw systeem
• Er moet een terugvordering worden opgemaakt van de ten onrechte ontvangen bedragen in het gecontroleerde jaar (terugvordering van het verschil tussen schaal art 39 met sociale toeslag en hetzij basisschaal art 39, hetzij basisschaal art 7).
• Deze beslissing wordt gemotiveerd aan het gezin met de motiveringsbrief FISC- Regul_NEGATIEF.

Scenario 3: de sociale toeslag voor lage inkomens (art 9,1°) werd betaald en het gezinsinkomen is lager dan plafond 2 en hoger dan plafond 1

• Er is geen recht op de toeslagbedragen toegekend in toepassing van art 9,1°.
  Voor dossiers met een betaling voor de maand december 2019 waarbij de toekenning van de provisionele toeslag tijdens het gecontroleerde inkomensjaar de inkanteling in de nieuwe regeling heeft veroorzaakt, betekent dit het volgende: als de basisbijslag in toepassing van art. 39 een gunstiger bedrag oplevert dan de sociale toeslag voor gemiddelde inkomens art.9,2° (minimum 2 kinderen in het gezin) of de basisbijslag art.7, dan wordt de periode waarin de basisbijslag van het oude systeem het meest gunstige bedrag oplevert teruggekanteld naar oude regeling (herberekening naar de bedragen van de overgangsmaatregelen in toepassing van art. 39)
• Er moet een terugvordering worden opgemaakt van de ten onrechte ontvangen bedragen in het gecontroleerde jaar(= terugvordering van het verschil tussen schaal art. 9,1° en hetzij basisschaal art. 39, hetzij basisschaal art 7 of toeslag voor gemiddelde inkomens art. 9,2° indien er minimum 2 kinderen in het gezin zijn). Deze beslissing wordt gemotiveerd aan het gezin met de motiveringsbrief FISC- Regul_NEGATIEF.

Scenario 4: de sociale toeslag voor lage inkomens (art 9,1°) werd betaald en het gezinsinkomen is hoger dan plafond 2

• Er is geen recht op de toeslagbedragen toegekend in toepassing van art 9,1°.
  Voor dossiers met een betaling voor de maand december 2019 waarbij de toekenning van de provisionele toeslag tijdens het gecontroleerde inkomensjaar de inkanteling in de nieuwe regeling heeft veroorzaakt, betekent dit het volgende: als de basisbijslag in toepassing van art. 39 een gunstiger bedrag oplevert dan de basisbijslag art.7, dan wordt de periode waarin de basisbijslag van het oude systeem het meest gunstige bedrag oplevert teruggekanteld naar oude regeling (herberekening naar de bedragen van de overgangsmaatregelen in toepassing van art. 39).
• Er moet een terugvordering worden opgemaakt van de ten onrechte ontvangen bedragen in het gecontroleerde jaar(= terugvordering van het verschil tussen schaal art. 9,1° en hetzij basisschaal art. 39, hetzij basisschaal art 7). Deze beslissing wordt gemotiveerd aan het gezin met de motiveringsbrief FISC-Regul_NEGATIEF.

Scenario 5: de sociale toeslag voor gemiddelde inkomens (art 9,2°) werd betaald en het gezinsinkomen is hoger dan plafond 2

• Er is geen recht op de toeslagbedragen toegekend in toepassing van art 9,2°.
  Voor dossiers met een betaling voor de maand december 2019 waarbij de toekenning van de provisionele toeslag tijdens het gecontroleerde inkomensjaar de inkanteling in de nieuwe regeling heeft veroorzaakt, betekent dit het volgende: als de basisbijslag in toepassing van art. 39 een gunstiger bedrag oplevert dan de basisbijslag art.7, dan wordt de periode waarin de basisbijslag van het oude systeem het meest gunstige bedrag oplevert teruggekanteld naar oude regeling (herberekening naar de bedragen van de overgangsmaatregelen in toepassing van art. 39).
• Er moet een terugvordering worden opgemaakt van de ten onrechte ontvangen bedragen(= terugvordering van het verschil tussen schaal art. 9,2° en hetzij basisschaal art. 39, hetzij basisschaal art 7. Deze beslissing wordt gemotiveerd aan het gezin met de motiveringsbrief FISC- Regul_NEGATIEF.

1.4.3.2. Heeft de terugvordering ingevolge de fiscale flux een impact op de actuele provisionele beslissing over de toekenning van een sociale toeslag?

Enkel indien er op het moment dat de fiscale flux behandeld wordt een sociale toeslag wordt betaald op basis van een aanvraag ingediend vóór of tijdens het gecontroleerde inkomensjaar, moeten de actuele provisionele betalingen worden gewijzigd naar de basiskinderbijslag en wordt de module 'stopzetting provisionele betalingen' toegevoegd aan de brief. In alle andere situaties (=betaling van een toeslag op basis van een aanvraag ingediend na het gecontroleerde inkomensjaar of op basis van beslissing tot ambtshalve toekenning genomen na het gecontroleerde inkomensjaar, betaling basiskinderbijslag) blijven de lopende betalingen ongewijzigd.

1.4.3.3 Principes voor de bepaling van het inhoudingspercentage op latere betalingen ter aanzuivering van het debet

Als de bijslagtrekkende in het gecontroleerde inkomensjaar heeft laten weten dat haar/zijn inkomen gewijzigd is, is er geen nalatigheid. Bijgevolg worden de inhoudingen beperkt tot 10%.

Als de bijslagtrekkende niets heeft laten weten, dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de volgende situaties:

• Er heeft zich in het gecontroleerde inkomensjaar een wijziging in de gezinssituatie voorgedaan.

Wanneer de gezinssituatie is gewijzigd (van eenoudersituatie naar duo of meerdere gezinsleden of omgekeerd), wordt het inhoudingspercentage beperkt tot 10%, omdat de bijslagtrekkende de inkomsten van de partner(s) niet kent tijdens de periode van het gecontroleerde inkomensjaar dat de partner(s) niet (langer) bij de bijslagtrekkende woonde(n);

• Geen wijziging in de gezinssituatie gedurende het volledige gecontroleerde inkomstenjaar.

In dit geval is een inhoudingspercentage hoger dan 10% mogelijk, omdat de bijslagtrekkende alle (gezamenlijke) inkomsten kende van het hele jaar en de kinderbijslaginstelling diende te laten weten dat het inkomen boven het grensbedrag lag.

Voor de definitieve vaststelling van het recht op toeslag voor de volgende jaren worden de fiscale gegevens afgewacht van de volgende jaren. Het debet mag enkel betrekking hebben op de het gecontroleerde inkomstenjaar.

1.4.3.4. Procedure in geval van betwisting van de fiscale gegevens

Mochten de sociaal verzekerden de fiscale gegevens betwisten, kunnen zij het tegenbewijs leveren met een kopie van het aanslagbiljet van het gecontroleerde jaar.

Indien het aanslagbiljet een ander kohiernummer vermeldt dan het T014-bericht, controleert de kinderbijslaginstelling eerst met een ad hoc bevraging of de fiscale gegevens inmiddels werden aangepast en er dus nieuwe gegevens beschikbaar zijn.

Indien het kohiernummer op het aanslagbiljet overeenstemt met het kohiernummer in het T014-bericht, wordt met de gegevens op het aanslagbiljet als volgt berekend of de betwisting door het gezin in aanmerking komt voor verder onderzoek:

Gezamenlijk belastbaar beroeps-en vervangingsinkomen + beroepskosten (voor werknemers) of het netto inkomen als zelfstandige vermenigvuldigd met 100/80

Als het resultaat van deze berekening hoger is dan het toegelaten grensbedrag, dan wordt het verzoek van de bijslagtrekkende verworpen. Als het resultaat van deze berekening lager is, dan wordt de kopie van het aanslagbiljet doorgestuurd naar Iriscare die de exacte samenstelling van het in aanmerking genomen inkomen zal verifiëren en de kinderbijslaginstelling zal informeren over het resultaat van de analyse.

Opmerking:
De kinderbijslaginstelling krijgt geen automatisch bericht van dossiers waarbij een herziening van de belastingaangifte gebeurt door FOD Financiën. Wanneer de betrokkenen zelf met een sluitend bewijs laten weten dat hun belastingaangifte werd herzien en een adhoc bevraging geen nieuwe gegevens oplevert (zelfde kohiernummer in het T014-bericht), worden deze gevallen voor verder gevolg doorgestuurd naar de dienst Monitoring ( email monitoring-ICT@iriscare.brussels ).

1.4.4.BIJBETALING VAN DE TOESLAG

1.4.4.1. Standaardscenario's: dossiers reeds betaald aan de barema's van het nieuwe systeem

Scenario 6: de sociale toeslag voor gemiddelde inkomens (art 9,2°) werd betaald en het gezinsinkomen is lager dan plafond 1

• Ingevolge de ontvangst van de fiscale flux kan een gunstiger toeslagbedrag worden toegekend. Ofwel de bedragen van art.9,1° ofwel, de toeslag in toepassing van art.39 indien het recht op de sociale toeslag meteen aansluit op het recht op de sociale toeslag art 39 voor het voorgaande inkomensjaar x -1 Het dossier wordt in het tweede geval vanaf de maand april teruggekanteld in de oude regeling voor de periode waarin het bedrag van de toeslag in toepassing van art. 39 gunstiger is dan het bedrag van toeslag art 9, 1°. (regularisatie inclusief periode van uittrimestralisering)
• De bijbetaling wordt gemotiveerd aan het gezin met de brief FISC- Regul_POSITIEF
• Er is geen impact op de actuele provisionele beslissing.

Scenario 7: De basisbijslag art.7 werd betaald en het gezinsinkomen ligt onder plafond 1

• De betalingen worden geregulariseerd naar de meer gunstige schaal van hetzij art.9,1° (sociale toeslag voor lage inkomens) of de sociale toeslag in toepassing van art.39 indien het recht op de sociale toeslag voor het gecontroleerde inkomensjaar x meteen aansluit op het recht op de sociale toeslag art 39 voor het voorgaande inkomensjaar x -1 en dit een gunstiger bedrag oplevert. Het dossier wordt in het tweede geval teruggekanteld in de oude regeling vanaf de maand april voor de periode waarin het bedrag van de toeslag in toepassing van art. 39 gunstiger is (regularisatie inclusief periode van uittrimestrialisering).
• De bijbetaling wordt gemotiveerd aan het gezin met de brief FISC Regul_POSITIEF
• Er is geen impact op de actuele provisionele beslissing . De motivatiebrief vermeldt evenwel de mogelijkheid om de provisionele toeslag aan te vragen als deze niet wordt toegekend.

Scenario 8: De basisbijslag art.7 werd betaald en het gezinsinkomen ligt onder plafond 2

• Indien het gezin minstens 2 kinderen telt worden de betalingen geregulariseerd naar de meer gunstige schaal van art 9,2° (sociale toeslag voor gemiddelde inkomens).
• De bijbetaling wordt gemotiveerd aan het gezin met de brief FISC Regul_POSITIEF
• Er is geen impact op de actuele provisionele beslissing. De motivatiebrief vermeldt evenwel de mogelijkheid om de provisionele toeslag aan te vragen als deze niet wordt toegekend.

1.4.4.2. Bijzondere situaties

Scenario 9: De basisbijslag art.39 werd betaald en het inkomen ligt onder plafond 1

Situatie9 a: retroactieve inkanteling door het ontstaan van het recht op de sociale toeslag

• Indien het bedrag van de sociale toeslag voor lage inkomens art 9, 1° een gunstiger bedrag oplevert dan basisbijslag art 39, wordt het dossier retroactief ingekanteld in de nieuwe regeling vanaf de maand waarin het recht op de toeslag ontstaat. Er dient m.a.w. een herberekening te gebeuren van de volledige periode die retroactief wordt ingekanteld .In sommige gevallen betreft dit alle betalingen tot op heden : er komt een bijpassing voor de maanden met recht op een sociale toeslag en voor de maanden waarin (voorlopig) geen recht op een toeslag kan worden vastgesteld volgt een terugvordering van het verschil tussen basisschaal art 39 en basisschaal art 7.
• Deze beslissing wordt gemotiveerd met de brief FISC-regularisatie na retroactieve inkanteling.
  In de motivatiebrief wordt de mogelijkheid gegeven aan de bijslagtrekkende om een inkomensverklaring in te dienen om een sociale toeslag aan te vragen voor de daaropvolgende inkomstenjaren ( x+1 en x+2) als diens inkomenssituatie daarvoor in aanmerking komt. De provisionele betalingen voor de daaropvolgende jaren kunnen dan desgevallend aangepast worden in functie van deze inkomensverklaringen en de bewijsstukken.
• In afwachting van een eventuele nieuwe aanvraag voor een sociale toeslag worden, de actuele betalingen gewijzigd naar de basisbijslag art 7.

Situatie 9b: toekenning van de toeslag in toepassing van de overgangsmaatregelen art 39

• Indien de basisbijslag art 39 werd betaald maar er op basis van het voorgaande inkomensjaar een getrimestrialiseerd recht bestond op de sociale toeslag art 41,42bis of 50 ter in toepassing van de overgangsmaatregelen van art 39 en het vastgestelde recht op basis van de ontvangen fiscale flux hier meteen op aansluit, dan worden de betalingen van het gecontroleerde inkomensjaar geregulariseerd naar het toeslagbedrag in toepassing van art 39 als dit een voordeliger bedrag oplevert ten opzichte van de sociale toeslag art 9,1°.
• De bijbetaling wordt gemotiveerd aan het gezin met de brief FISC- Regul_POSITIEF
• Er is geen impact op de actuele provisionele beslissing. De motivatiebrief vermeldt evenwel de mogelijkheid om de provisionele toeslag aan te vragen

Scenario 10: De basisbijslag art 39 werd betaald en het inkomen ligt onder plafond 2

• Indien het bedrag van de sociale toeslag voor gemiddelde inkomens art 9,2° een gunstiger bedrag oplevert dan basisbijslag art 39, wordt het dossier retroactief ingekanteld in de nieuwe regeling vanaf de maand waarin het recht op de toeslag ontstaat. Er dient m.a.w. een herberekening te gebeuren van de volledige periode die retroactief wordt ingekanteld. In sommige gevallen betreft dit alle betalingen tot op heden: er komt een bijpassing voor de maanden met recht op een sociale toeslag en voor de maanden waarin (voorlopig) geen recht op een toeslag kan worden vastgesteld, volgt een terugvordering van het verschil tussen basisschaal art 39 en basisschaal art 7.
• Deze beslissing wordt gemotiveerd met de brief FISC -Regularisatie na retroactieve inkanteling.
  In de motivatiebrief wordt de mogelijkheid gegeven aan de bijslagtrekkende om een inkomensverklaring in te dienen om een sociale toeslag aan te vragen voor de daaropvolgende inkomstenjaren ( x+1 en x+2) als diens inkomenssituatie daarvoor in aanmerking komt. De provisionele betalingen voor de daaropvolgende jaren kunnen dan desgevallend aangepast worden in functie van deze inkomensverklaringen en de bewijsstukken.
• In afwachting van een eventuele nieuwe aanvraag voor een sociale toeslag worden, de actuele betalingen gewijzigd naar de basisbijslag art 7.

1.5 AFHANDELING VAN DOSSIERS MET ONTBREKENDE GEGEVENS

Ingeval het niet mogelijk blijkt om de fiscale gegevens over het inkomen via elektronische opvraging te bekomen moet er een omschakeling gebeuren naar de procedure per formulier om het recht definitief vast te stellen (cf. procedure voor de gezinnen buiten België). Dit is het geval in volgende situaties (zie foutcodes T013 en T014):

• Wanneer bij de aanvraag de foutcode T01306 wordt ontvangen zijn de fiscale gegevens niet opvraagbaar, evenmin bij een latere bulk- of ad hoc bevraging.
• Als na de 4de en laatste bulkopvraging nog steeds de foutcode T01404 wordt ontvangen, die aangeeft dat de belastingaangifte nog steeds niet beschikbaar is, moet eveneens overgeschakeld worden op de procedure per formulier om het recht definitief te kunnen vaststellen.
• Als bij de elektronische opvraging van de fiscale gegevens blijkt dat bijslagtrekkende of een ander gezinslid wiens inkomen moet worden meegeteld werkt als internationaal ambtenaar, kan er geen elektronische inkomenstoets gebeuren. In dit geval staat dit aangegeven in het T014- bericht met de code foreignFunctionary in de zone 'Beneficiary' of de zone 'Fiscal Partners'.

In bovenstaande situaties wordt binnen de 30 dagen na de ontvangst van het flux-bericht een formulier P19Fisc met een begeleidend schrijven verstuurd naar de bijslagtrekkende. Mocht het gezin toch over een aanslagbiljet beschikken, dan wordt gevraagd om een kopie op te sturen. Vervolgens wordt op basis van het aanslagbiljet of het ingevulde formulier en de overige ontvangen bewijsstukken geregulariseerd of gevalideerd (cf. scenario's punt 2.4)

Procedure bij non respons op het formulier P19Fisc: zie procedure gezinnen in het buitenland (punt 2 infra):

2. AFWIJKENDE PROCEDURE VOOR GEZINNEN IN HET BUITENLAND, INTERNATIONALE AMBTENAREN, DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL

De gezinnen in het buitenland en deze waarbij de bijslagtrekkende of een gezinslid voor een internationale organisatie werkt, vallen buiten de standaardprocedure met de fiscale flux. Het recht op een sociale toeslag voor inkomstenjaar x wordt vastgesteld op basis van het formulier P19Fisc dat wordt verstuurd op 15 januari van het jaar x+1.Het formulier wordt gezonden zowel aan de gezinnen die toeslag ontvangen hebben (controleformulier) als aan de gezinnen die geen toeslag ontvangen hebben (informatieformulier).

Procedure bij non respons op het formulier P19Fisc:

• Wanneer geen toeslag betaald is, wordt geen herinnering gestuurd.
• Indien er toeslag betaald werd volgt de herinnering van het controleformulier P19fisc voor de gezinnen in het buitenland na verloop van 45-60 kalenderdagen.(Voor de gezinnen in België wordt het formulier herinnerd na 30 dagen). Het betreft een herinnering van het controleformulier waarbij men tevens reeds waarschuwt voor een eventuele terugvordering. Als er op dat moment nog provisioneel een sociale toeslag wordt betaald dan worden de provisionele betalingen stopgezet vanaf de maand volgend op de herinnering. Eén maand na de herinnering wordt de ambtshalve beslissing tot terugvordering van de betaalde toeslagen genomen en wordt de brief FISC - Ambtshalve terugvordering bij ontbrekende gegevens gestuurd.

Als een gezin tijdens een deel van het jaar in België woont en een ander deel buiten België, wordt het recht op toeslag voor het betrokken inkomstenjaar vastgesteld via de procedure per formulier. Om de gegevens met de fiscale flux te kunnen ontvangen, dient een gezin het hele jaar in België te wonen.

3. AANDACHTSPUNT : COVID-19 TOESLAG IN AUGUSTUS 2020

We herinneren eraan dat het recht op een sociale toeslag voor de maand augustus 2020 eenmalig werd verhoogd met een COVID-19 toeslag (cf. instructies CO GB 12 van 12 augustus 2017). Bij de verwerking van de fiscale gegevens met betrekking tot het jaar 2020 zal dus ook het bedrag van deze verhoging deel uitmaken van eventuele regularisaties van de sociale toeslag (positief en negatief) met betrekking tot de maand augustus 2020.

4. BIJLAGE

Als bijlage bij deze omzendbrief gaat een overzicht in tabelvorm waarin alle scenario's met de bijhorende acties voor de afhandeling van de inkomensgegevens worden weergegeven alsook enkele voorbeelden. De brieven die werden opgemaakt om de beslissingen te motiveren aan de gezinnen ontvangen de kinderbijslaginstellingen zo snel mogelijk met een aanvullende dienstbrief.

Dank voor uw medewerking.
Hoogachtend,

Tania Dekens
Leidend ambtenaar

Bijlage:

Bijlage bij CO GB 21: Afhandeling Fiscale flux 2022 - inkomsten 2020: Typesituaties

Bijzondere situaties: voorbeelden:

• Herziening van de inkanteling na ontvangst van de fiscale flux : terugkanteling naar de oude regeling

Een bijslagtrekkende met 2 kinderen ontving kinderbijslag in 12/2019 in de AKBW-regeling. Zij ontvangt vanaf 1/1/2020 in toepassing van art 39 verder de basiskinderbijslagbedragen van de AKBW omdat dit voordeliger is dan de bedragen art 7 van het nieuwe systeem. Zij vraagt een sociale toeslag aan omdat ze alleenstaand geworden is op 15/3/2020 en zij ontvangt vanaf 04/2020 de toeslag voor lage inkomens art 9,1° (inkanteling vanaf 04/2020). Vanaf 5/9/2020 woont ze opnieuw samen en worden de provisionele betalingen geschorst vanaf 10/2020. Ze ontvangt de basisbedragen van het nieuw systeem (art 7) vanaf 10/2020 tot op heden (= bij afhandeling van de fiscale flux in 2022). Op 5/11/2021 werd het oudste kind 25 jaar.

Overzicht uitgevoerde betalingen vóór ontvangst van de fiscale flux:

• 01 tot 03/2020: basisschaal art 39
• 04 tot 9/2020: toeslag voor lage inkomens art 9,1°
• Vanaf 10/2020 tot op heden (=07/2022): basisschaal art 7

De fiscale flux in 2022 geeft aan dat haar inkomen voor 2020 (zowel alleen als met partner) de hoogste inkomensgrens heeft overschreden.

Welke regularisaties dienen te gebeuren ingevolge de fiscale flux 2020?

Oplossing :

Aangezien het inkomen te hoog is bestond er geen recht op een sociale toeslag in 2020. Het dossier wordt teruggekanteld voor de periode 04/2020 tot en met 11/2021 (toekenning basisbijslag art 39 voor 2 kinderen). Vanaf 12/2021 is de inkanteling in het nieuw systeem definitief daar het basisbedrag voor 1 rechtgevend kind gunstiger is in het nieuwe systeem.

Regularisatie bij afhandeling in 07/2022 Fiscale Flux inkomsten 2020:

• 04/2020 tot 9/2020 :negatieve regularisatie : verschil tussen art 9, 1° en basisbijslag art 39
• 10/2020 tot 11/2021: positieve regularisatie: verschil tussen basisbijslag art 39 en basisschaal art 7
• Retroactieve inkanteling na ontvangst van de fiscale flux

Een bijslagtrekkende met 2 kinderen kreeg voor alle maanden in 2020 en tot op heden de basisbijslag art 39 omdat ze geen provisionele toeslag gevraagd heeft. De fiscale flux m.b.t. inkomsten 2020 ontvangen in 07/2022 geeft aan dat het inkomen van de bijslagtrekkende als alleenstaande onder plafond 1 ligt en zij voor de periode 01/2020 - 02/2020 recht heeft op de 'toeslag voor lage inkomens' art 9,1°. Vanaf 03/2020 tem 12/2020 overschrijdt het gezinsinkomen het hoogste plafond omdat ze sinds 15/2/2020 is gaan samenwonen.

Welke regularisaties dienen te gebeuren ingevolge de fiscale flux 2020? Welke impact op de lopende betalingen ? Wat met de bedragen die betaald werden in 2021 en 2022?

Oplossing:

• Regularisatie van periode 01/2020 -02/2020 => positieve regularisatie naar het bedrag van toeslag voor lage inkomens 9,1° (verschil art 9,1° en basisbijslag art 39)
• Regularisatie van periode 03/2020 -07/2022 => negatieve regularisatie naar het basisbedrag art 7: (verschil basisbijslag art 39 en art 7)
• De lopende betalingen worden gewijzigd naar basisbedrag art 7 ,tenzij een toeslag in toepassing van art 9 kan betaald worden op basis van een nieuwe inkomensverklaring.
• Als het gezin een inkomensverklaring opstuurt voor 2021 en 2022 waaruit blijkt dat er recht is op een provisionele sociale toeslag kan in functie daarvan een nieuwe herziening gebeuren.