22 OKTOBER 2009 – Besluit houdende uitvoering van de ordonnantie van 18 december 2008 betreffende de toegang van assistentiehonden tot voor het publiek toegankelijke plaatsen
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de assistentiehonden
Art. 13.
§ 1. De begeleider van een assistentiehond krijgt op het einde van de africhting van de erkende africhter die de hond afgericht heeft een boekje waarvan het model bepaald wordt door de Ministers, ten bewijze van of waarmee het bewijs kan geleverd worden van :
- de hoedanigheid van assistentiehond van het dier, van zijn opleiding en van de uitgevoerde jaarlijkse opvolging;
- de identiteit van de begeleider.
De begeleider van een assistentiehond mag zich niet van het boekje ontdoen zolang de assistentiehond in leven is.
§ 2. Een assistentiehond wordt niet meer als dusdanig beschouwd :
- als hij duidelijk en definitief niet meer in staat is een gehandicapte persoon te vergezellen in diens verplaatsingen en handelingen van het dagelijkse leven;
- als hij niet meer bestemd is voor de gehandicapte persoon die hij bijstond.
Het boekje bedoeld in § 1 moet dan teruggegeven worden aan de erkende africhter die de assistentiehond afgericht heeft.
§ 3. Eén keer per jaar moeten de begeleider en zijn assistentiehond zich aanbieden voor de evaluatie van de opleiding die door de erkende africhter georganiseerd wordt.