28 DECEMBER 2018 – Besluit tot bepaling van het gesubsidieerde uurforfait voor de gezins- of bejaardenhulpen en de huishoudelijke hulpen van de diensten voor thuishulp

Artikel 1.

Het forfait per gepresteerd uur bedoeld in artikel 39, tweede lid, van het besluit van het Verenigd College van 25 oktober 2007 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de diensten voor [thuishulp]¹ voor de gezins- of bejaardenhulpen [op [33,50 EUR]² EUR]³ vastgesteld.

Het forfait voor de uren die gezins- of bejaardenhulpen 's avonds van 18u tot 20u en op zaterdag presteren, wordt verhoogd met een uurtoeslag van 26 %, het forfait voor de uren die op zon- of feestdagen worden gepresteerd, wordt verhoogd met 56 %.

[...]²

Art. 2.

Het forfait per gepresteerd uur bedoeld in artikel 39, derde lid, van het besluit van het Verenigd College van 25 oktober 2007 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de diensten voor [thuishulp]¹voor de huishoudelijke hulpen [op [31,39 EUR]⁴]⁵ vastgesteld.

[...]⁴

Art. 2/1.

[Het forfait per niet-gepresteerd uur, bedoeld in artikel 39, vijfde lid, van het besluit van het Verenigd College van 25 oktober 2007 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de diensten voor [thuishulp]¹, wordt voor de gezins- of bejaardenhelpers op 32,37 EUR vastgesteld.

Het forfait per niet-gepresteerd uur, bedoeld in artikel 39, vijfde lid, van het besluit van het Verenigd College van 25 oktober 2007 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de diensten voor thuiszorg, wordt voor de poetshulpen op 30,26 EUR vastgesteld.]⁶

• 1 <BESL 2023-09-14/14, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
• 2 <BESL 2023-09-14/14, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
• 3 <MB 2021-01-28/21, art. 1,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
• 4 <BESL 2023-09-14/14, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
• 5 <MB 2021-01-28/21, art. 2,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
• 6 <Ingevoegd bij MB 2021-01-28/21, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>